1958-1977

Omhoog

    

Verkennersleider, groepsleider en stichtingsvoorzitter van de Geuzen

Als aankomend vaandrig, pas 17 jaar oud, leidde ik samen met hopwpeC.gif (15531 bytes)man Piet van Rijn, Toon van Essen en Frans van Stalborgh het verkennerszomerkamp in 1958. Het werd gehouden in de boomgaard naast Hotel Mol en Giethoorn-Noord. Zo’n 16 jongens hadden we onder onze hoede. De kampactiviteiten bestonden hoofdzakelijk uit punteren en zeilen. Je kon daar geen echt verkennerskamp houden. Er was geen pionierhout en kon niet op houtvuur koken. Maar veel plezier hadden we wel. Hoe je eigenlijk zo'n kamp zou moeten leiden was toen meer het gevolg van hoe je het zelf vroeger had meegemaakt dan dat je je daarin verdiept had.

Het zomerkamp 1959 planden we in Etenaken (Zuid Limburg). We besloten met de leiding daar eerst op verkenning te gaan. Op de zaterdag voor Pinksteren reden we er heen. Eén op zijn bromfiets, de ander op z’n Solex en ik op mijn fiets al stayerend er achteraan, 167 km enkel reis!. Aan het eind van de middag aangekomen, tent opgezet en de volgende dag de omgeving verkend.  Tweede Pinksterdag fietsten we weer terug. We waren het er over eens: we houden het zomerkamp in Etenaken. Uiteindelijk werd het een geslaagd zomerkamp waar nu wel op houtvuur en per patrouille gekookt werd.

Begin 1959 begon ik aan de cursus verkennersleider. Deze bestond toen uit een schriftelijk- en praktisch gedeelte.  Om het praktische gedeelte te kunnen volgen moest je van de vereniging De Nederlandse Padvinders een erkenning als assistent verkennersleider hebben. Die volmacht kreeg ik op 10 juli 1959. In augustus van dat jaar volg ik,  gedurende 10 dagen, de Gilwell Woodbadge cursus voor verkennersleiders op Gilwell Ada’s Hoeve te Ommen.  Jaap Duisterwinkel, Huib de Heer en ik organiseren samen het zomerkamp 1960 in de duinen bij Velsen. Zeventien 17 verkenners gaan er mee.  De stijl van de verkennerstroep is de laatste jaren aanzienlijk verbeterd. Er wordt op de voorgeschreven manier gekampeerd, met iedere patrouille zijn eigen tent en keuken.  Bij het zwemmen in zee worden tweetallen aangewezen: de één blijft aan de kant als de ander in het water is en houdt deze in de gaten.

De Geuzen besluiten  dat de groep gecompleteerd en dus uitgebreid moet worden met een voortrekkersstam. De naam wordt “Wontolla stam” en op 1 mei 1960 worden Jaap Duisterwinkel, Huib de Heer, Toon van Essen en ik door oûbaas Stigter als eerste voortrekkers geïnstalleerd. Cor den Besten en ADC-VT Daan Modderman waren daarbij de borgen.

Huib de Heer en ik, allebei 20 jaar oud, leiden samen het verkennerszomerkamp 1961 in Ommen. Beiden hebben we nu de Gilwell Woodbadge. Hopman Wijnmalen, de beheerder van Gilwell Ada’s Hoeve, beoordeelt ons kamp volgens de normen van de Kampeerstandaard. We behalen het document!

Om het internationale aspect van padvinderij binnen De Geuzen meer aandacht te geven besluiten we als groepsraad dat we gaan proberen zoveel mogelijk verkenners aan de Wereld Jamboree in Griekenland in 1963 te laten deelnemen. Uiteindelijk gaan er 7 Geuzen heen. Sindsdien is het een traditie geworden dat er tenminste één Geus naar de 4 jaarlijkse Wereld Jamboree gaat, waar ook ter wereld.

Het aantal leden bij de Geuzen is in de loop der jaren flink gestegen. Dat had echter wel tot gevolg dat de lokalen in De Rotsblokken te klein werden. Met 37 verkenners in 1962 kun je niet meer in één lokaal. In overleg met het enthousiaste stichtingsbestuur van De Geuzen wordt besloten een groter welpenlokaal achter het bestaande gebouw te laten bouwen. Tevens komt er ten behoeve van de verhuur een waslokaal en een keuken in. In 1962 wordt deze uitbreiding officieel geopend.

We besluiten als groepsraad dat het nu mogelijk is de troep gaan splitsen in een juniorverkennerstroep en een seniortroep. In september 1962 start ik als verkennersleider (hopman) van de junioren met Rob Hankel en Harm Dekker als vaandrigs.

Als verkennersleider ben je het gehele jaar door iedere week een tijd bezig om een programma voor de zaterdagmiddag te bedenken. Meestal probeerde ik een plan voor meerdere maanden te maken zodat m’n assistenten ook wisten waar ze aan toe waren. Bovendien kon je dan gemakkelijker een programmadeel delegeren. De zaterdagbijeenkomsten waren meestal van 14.30 tot 17.00 uur. Op een doordeweekse avond werkte je het programma uit en in de loop van de week kocht je zonodig nog de benodigde verbruiksmaterialen. De basis scoutingmaterialen zoals pioniertouw, kompassen zijn per patrouille aanwezig. Meestal moest je zaterdags dan een drie kwartier eerder aanwezig zijn om een en ander klaar te zetten of uit te zetten .

Het eerste zomerkamp onder mijn leiding houden we in 1963 op het padvinderskampeerterrein bij “de IJzeren Man”, een ven bij Vugt. De troep gaat onder leiding van Rob Hankel en Peter van Staa  op de fiets er heen, ouders brengen de bagage met auto’s. Vele jaren later verbaas je je dat je als 21 jarige, geassisteerd door 3 18-jarigen, met zo'n 16 jongens een week op kamp kon/mocht gaan.   De beide foto's links zijn van de installatie van o.a. Dick Roose op 30 januari 1964 voor het troephuis "de Rotsblokken" als verkenner van de Geuzen.  Harm Dekker (houdt de groepsvlast vast) en Rob Hankel assisteren als vaandrigs.

Ieder jaar lopen we met de verkenners mee met de 15 kilometer Airbornewandeltocht in Oosterbeek.

Van 1966 t/m 1968 ben ik tevens districtsverkennersleider belast met de "Zwerversraad" voor het afnemen van 1e klasse hikes (2-daagse zwerftochten).

Op St. Jorisdag, 23 april 1969, reikt hopman Marius Holmer, als ADC-Verkenners, tijdens het traditionele St. Joriskampvuur mij de Gouden Jacobsstaf uit. Ik krijg deze onderscheiding vanwege “het zich gedurende een groot aantal jaren zeer verdienstelijk maken voor de padvindersbeweging”.

Tot 1970 blijf ik verkennersleider en zorg die jaren voor de wekelijkse verkennerbijeenkomsten en het jaarlijkse zomerkamp. Veel jongens heb ik in die periode geïnstalleerd als verkenner.

In april 1970 wordt ik groepsleider van de Geuzen. Jan Prenger volgt mij op als verkennersleider. De groep is inmiddels uitgebreid met twee welpenhordes in Presikhaaf. De senioren zijn inmiddels een volledige zeeverkennerstroep geworden met eigen lelievlets.

wpe6.gif (46205 bytes)Op 16 januari 1971 bestaan de Geuzen 25 jaar1 en dat pakken we groots aan. We nodigen alle leden en oudleden uit voor een gezellige middag met maaltijd in de kantine van de Luchtmacht Electronische School  (de LETS) in Schaarsbergen.

De vier landelijke padvind(st)ers verenigingen in Nederland fuseren op 6 januari 1973 met als nieuwe naam  Scouting Nederland. Ook verandert de functie van groepsleider naar die van groepsvoorzitter en sinds die tijd ben ik voorzitter van zowel het groepsbestuur als het stichtingsbestuur.

 Omstreeks 1974 wordt ik gevraagd om zitting te nemen in het districtsbestuur van het district Arnhem.

Five fingers one hand 1975.jpg (139578 bytes)Omdat al sinds 1963 jongens van de Geuzen naar de 4-jaarlijks te houden Wereldjamboree gaan, grijpen we de kans om in 1975 met een zo groot mogelijke afvaardiging van 14 tot 18 jarige verkenners naar de Wereld Jamboree in Noorwegen te gaan. We proberen een troep, bestaande uit 36 verkenners en 4 leiders, met Arnhemse jongens te formeren. Dat lukt niet helemaal. Uiteindelijk gaan er 19 Geuzen, waarvan 10 zeeverkenners, 9 Zypse Trekkers en de rest uit andere Arnhemse en Velpse groepen mee. De leiding wordt gevormd door Jan Prenger, Frank Krijnen en ik van de Geuzen en Henk van Hunen van de ZT. Als oudste leider ben ik de hopman van deze jamboreetroep nr 6. Ter voorbereiding houden we een drietal oefenweekenden. Het wordt een onvergetelijke reis van 17 dagen. Met een touringcar gaan we eerst via Kiel, slapen en eten op de boot naar Götenborg, verder via Oslo en Geiloo naar Bergen. Daar verblijven we enkel dagen bij gastgezinnen. Vervolgens keren we terug en rijden naar Lillehammer voor 10 dagen Jamboree. Op de foto vormen alle deelnemers bij de opening een hand, het thema was n.l. "Five fingers one hand" Na afloop gaan we weer dezelfde weg terug. Zo'n evenement vergeet je nooit meer!

Eind januari 1978 nam ik tijdens een feestelijke bijeenkomst in een zaal in “Het Dorp” afscheid van het district Arnhem en de Geuzen wegens  verhuizing naar Zwolle. Bij mijn afscheid wordt ik benoemd tot Erelid van de Geuzen en ontvang van de groep als aandenken een automatic Alpina-horloge met de inscriptie "1949 DE GEUZEN 1978". Als ik dit schrijf (2004) draag ik dit horloge nog dagelijks en heeft het me nog nooit in de steek gelaten!

Ga naar: 1978 - 1996


1 Ton Bergman, districtvoorzitter van de NPV, wenst het groepsbestuur geluk. V.l.n.r. Toon van Essen, Bep Dormits-Menco, Hans Kolkman, Albert van der Ham, Tim en Jan Prenger.